We zitten op de Titanic en het is heel gezellig. Er is champagne en sowieso is er voldoende te eten en te drinken. Er zijn weliswaar geruchten over een lekkage ergens aan boord, maar niemand die zich er vreselijk druk over maakt; de band speelt vrolijk door. Zo’n groot schip, dat kan toch niet zomaar zinken?
Ongeveer hetzelfde is onze houding tegenover de opwarming van de aarde. Af en toe komt er wel een ‘deskundige’ in een nieuwsprogramma die zegt dat de CO2-situatie ernstig is, maar daarna gaan we gewoon weer over tot de orde van de dag. Bovendien zijn er ook tegengeluiden, weliswaar is dat niet meer een procent van alle deskundigen, maar in de media krijgen ze een onevenredig groot podium, waarop we maar al te graag naar ze luisteren.
Er wordt gedacht om hiertegen, net zoals in het creationisme-debat, een 2e project ‘Steve’ op te starten. Hierin werden de sceptici in het ene kamp ruimschoots gecompenseerd door de voorstanders in het andere kamp, die als extra voorwaarde hadden dat ze ‘Steve’ moesten heten. Om even het verschil aan te geven. Jammer genoeg gaat dat project er niet van komen, verwacht ik, wetenschappers begrijpen heel goed dat het niet om de hoeveelheid medestanders gaat om gelijk te krijgen, maar om de bewijzen en argumenten die je aandraagt. Bovendien is men het wetenschapsland wel met elkaar eens over die opwarming, ondanks de stevige kritiek waaraan ze zich bloot stellen, tegenover hun collega-experts. Ook een gerenommeerde organisatie als bv. het KNMI neemt de bevindingen als vanzelfsprekend over.
Even wat feiten: veel energie gaat op aan vervoer en verwarming, dat ligt nogal voor de hand. Maar dat kunstmest veel energie nodig heeft weten niet zoveel mensen, en dat daardoor vlees ook veel energie vraagt is ook zo goed als onbekend. Je kunt in plaats van een kat te nemen (die vlees eet) ook best een kleine auto rijden, heeft ongeveer dezelfde CO2-impact. En als je je eten uit het buitenland laat overvliegen of uit een kas haalt heeft dat natuurlijk ook flink olie en gas nodig, lijkt me duidelijk. Verder verbruikt onze industrie ook nogal wat, voor (wc-)papier, plastics, metaal, textiel, voeding e.d. Zeker 1/3e van onze energiebehoefte kopen we zodoende uit de winkel. En zelfs internet is tegenwoordig zichtbaar in ons energieverbruik, één zoekopdracht en draden komen onder spanning of licht en servers op verschillende plaatsen beginnen te loeien. De centrales die hiervoor de elektriciteit aanleveren zijn gemiddeld slechts 40% efficiënt, 60% gaat zó de schoorsteen uit, als warm water de rivier in, of gaat onderweg verloren.
Hierbij een wat completer overzicht van ons energieverbruik:
Maar goed, wat moet je nu met deze informatie? Allereerst is het zaak om het te geloven. Dat is op zich nog niet eens zo eenvoudig, want je moet nogal wat proza doorworstelen om het naadje van de kous te weten te komen. Maar dat is ook het hele idee van geloven: dat je niet zelf alles hoeft na te gaan, maar iemand anders gelooft die het voor je heeft uitgezocht. Hele religies zijn op dit principe gebaseerd. De vraag is of je het wíl geloven. Voor mij is het niet zo moeilijk, ik begrijp heel goed dat er problemen van komen als je iets in 200 jaar verbrandt wat in 300 miljoen jaar onder de grond is gestopt. En ik wil ook nog wel aannemen dat methaan een krachtiger broeikasgas is dan CO2, het methaan dat momenteel uit de ontdooiende permafrost ontsnapt. Of dat de zeespiegel gaat stijgen. Onze toekomst is hierdoor allerminst zeker, maar ik heb niet het idee dat we ons daardoor laten beletten om alle olie en gas uit de grond te peuren en zullen verbranden voor eten, transport, verwarming dan wel airco (afhankelijk van waar je woont op aarde) of om allerlei spulletjes van te maken.
Helemaal CO2-neutraal leven is voor de meesten van ons nauwelijks te doen, zeker niet in Nederland, waar we met meer mensen per vierkante kilometer wonen dan op de meeste plaatsen op aarde. Onze huidige samenleving is momenteel alleen realiseerbaar met een flinke dosis energie.
De hele wereld kun je in je eentje natuurlijk niet veranderen, dat is logisch. Maar je kunt je best richten op datgene wat je wèl kunt doen. Als je moet kiezen tussen die grotere of die kleinere auto, dan kun je ook die kleinere nemen. Da’s nog goedkoper ook. En als je daarmee geneigd bent om flink door te rijden kun je ook wat eerder weggaan of wat later aankomen, wat ging je dan voor interessants doen eigenlijk in die paar minuten tijdswinst. En wat minder vlees kan ook best, met groenten en fruit die in het seizoen zijn. En ’s avonds een lampje minder aan, vooral daar waar niemand aanwezig is. Ga voor jezelf maar iets na, er is van alles wat je kunt doen, zonder veel moeite. Wie weet waar je uitkomt als je steeds een klein stapje doet.
Als je inderdaad mocht besluiten ‘iets’ te gaan doen, dan doe je dit uiteraard niet voor jezelf, dit doe je voor je kinderen. Of voor je kleine nichtje. Of dat leuke buurjongetje van de overkant. Want zij zitten straks vooral met de gebakken peren. Door nu wat minder te verbruiken win je een klein beetje tijd voor ze, waarin er misschien een oplossing gevonden kan worden. Want de aarde draait wel door, dat komt wel goed, maar of de mensen het daarop later gemakkelijk of moeilijk hebben, dat kunnen we nu samen bepalen.